Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo doe nu de HEERE aan u weldadigheid en trouw! En ik ook, ik zal aan u dit goede [13]doen, [14]dewijl gij deze zaak gedaan hebt. 13. Dat is, vergelden. Of in dezen zin: Gelijk de Heere zulks aan u vergelden zal, alzo zal ik het ook doen. Anders, [naar] dit goede. 14. Of, die gij, enz.